Workshop Oude Jazz door Jan Krammer op 10 oktober 2005 - Deel 1.


INLEIDING

Dames en heren,

Wees welkom bij de eerste Workshop Oude Jazz van Jan Krammer! We gaan meteen van start!

De muziek van voor 1945 is LEVENDIG (zie bijvoorbeeld Fats Waller)

Men speelt tegenwoordig veel in de bebop COOL stijl en dat is iets totaal anders. Zelfs iets anders dan JAZZ, het is een volstrekt andere taal.

Om te laten zien wat wij verstaan onder JAZZ, starten we met een soundie van Fats Waller.

Soundies zijn korte filmfragmenten met muziek, voorlopers van de huidige videoclips en waren populair in de veertiger jaren.

De navolgende soundie duurt ongeveer 10 minuten en dateert uit 1943.

In deel 1 van deze 2 workshops, zullen we de periode van 1900 tot 1945 behandelen. Wat je op deze soundie ziet, is dan ook waar we naartoe werken.

We manen alle aanwezigen om ZEER aandachtig op te letten!

Het onder de knie krijgen van jazz maken, gaat namelijk samen met het leren van de GESCHIEDENIS.

Er is een groot onderscheid tussen de oude manier om jazz te maken van voor de WO II en datgene wat jazz wordt genoemd na WO II, de zogenaamde bebop, cool.

To jazz up betekent letterlijk: verlevendigen!

De oude jazz, uit de periode 1900 - 1945, doet de term JAZZ nog EER aan!

Ze is gericht op PRET maken en leven in de brouwerij brengen, iets wat de bebop, cool, waartoe de aanvankelijke jazz na WO II verwerd, mist.

De Fats Waller Band uit de navolgene soundie toont de PRET die we bedoelen. Let op ALLES wat je ziet en absorbeer deze sfeer om in good jazz spirits te raken voor vandaag!

Let op de pret van de mensen, hun lichamelijkheid, de ritmische bewegingen die ze maken, hun ondeugende gezichten, de uitbundige kleding, het tempo van de muziek, de zang, de sfeer van het SAMEN zijn, het samen keet schoppen, de ongedwongen open klep van de piano van jazz pianist Fats Waller: de hele sfeer zoals die was bij de OUDE JAZZ in NEW ORLEANS, een levendig en uitbundig samenzijn!

Dames en heren, mag ik uw aandacht voor Fats Waller!


Gedurende 7 minuten wordt een aanstekelijke videoclip uit de jaren '40 gedraaid van Fats Waller en diverse hem omringende artiesten, in een levendige jazzclub, waar het publiek meelacht, meezingt, meeklapt, meedanst en waar het alles behalve een saaie boel is.


Iedereen die zich niet voelt aangetrokken tot deze oude stijl, kan nu gaan!

Voor degenen die het wel leuk vinden, zullen we nu de geschiedenis induiken.

We beginnen tussen 1900 en 1925.

De muziekstromingen uit de geschiedenis waar we DEZE WEEK aandacht aan zullen besteden, zijn de oerblues en de boogie-woogie. Volgende week zullen de ragtime en stride style volgen.


BLUE NOTE EN OERBLUES


BLUE NOTE De blues werd van oudsher vooral gespeeld op gitaar met zang.

Heel karakteristiek hierbij is de BLUE NOTE.

De blue note is de toon, die 3 halve tonen - dus 1 kleine terts - boven de grondtoon ligt.

In de toonaard C - die het makkelijkste speelt op het klavier - is de blue note de Es.

Het is een mineur toon, in een majeur toonladder gespeeld. Vanwege zijn melancholische, 'blue', effect dat hij op de muziek heeft, wordt hij de 'blue note' genoemd.

Hij kan vooral goed gespeeld worden op gitaar en met zang, omdat je de toon er goed mee kunt intoneren en aanhouden. Het trekkende effect wat dit 'blue' gevoel geeft, kun je zo immers goed maken.

De blue note kan niet zo trekkend worden gespeeld op de piano, daarom wordt de blue note meestal vervangen door een meerklank met de toon Es.

Jan Krammer laat dit nu horen (zang, gitaar en eventueel piano)


OERBLUES

Het fundament dat ten grondslag ligt aan alle jazzmuziek en lichte muziek is de blues, zoals die van oudsher gespeeld werd. We noemen dat de oerblues.

Deze heeft een oer-schema bestaande uit 12 maten, met als uitgangspunt de volgende akkoorden (in C toonaard):

4 C, 2 F, 2 C, 2 G, 2 C

De blues werd van oudsher vooral gespeeld op gitaar met zang.

HOE SPEEL JE IN DE PRAKTIJK DE OERBLUES?

1) Je gebruikt het 12 matige oer-schema, zoals hierboven besproken.

2) Je maakt veelvuldig gebruik van de blue note, zoals hierboven uitgelegd.

3) Je last af en toe een break in, door even te stoppen met spelen. Dat geeft een bluesy effect.

4) Je gebruikt desgewenst af en toe even je stem, om respons van de zaal te krijgen, door in vraag en antwoord vorm interaktief te zingen.

Jan Krammer speelt de akkoorden van het 12 matige oerschema, last af en toe een break in en voegt hier vertellende of zangelementen aan toe.

Jan Krammer speelt een voorbeeld voor van een variatie op het 12 matige oerschema:

C C C C7 F7 F7 C C G7 F7 C C


Een CD wordt gespeeld met respectievelijk de volgende nummers:

1) Beryl Bryden: A Million Dollar Secret.
2) Les Paul & Mary Ford: Walking and Whistling blues.
3) Benny Goodman: Vibraphone Blues.
4) Sidney Bechet: Suey.
5) Sidney Bechet: One o'clock Jump.
6) Lionel Hampton: Gin for Christmas.

Let goed op hoe deze muziek klinkt, want aansluitend gaan we jullie zelf laten spelen, alleen of in tweetallen. Je mag zelf bepalen met wie je graag samen speelt, daar kun je je gedachten vast over laten gaan.


ZELF SPELEN

In de laatste 30 minuten die resteren, zullen we jullie zelf bij toerbeurt laten spelen. Zo kan iedere deelnemer even oefenen met het 12 matige schema van de oer-blues, de break en de blue note. We delen het aantal mensen door het aantal minuten en dat zal de tijd zijn dat iedereen onder leiding van Jan zal oefenen met de oerblues en als er meer dan 20 mensen zijn, spelen we in tweetallen.


KWARTIER KOFFIEPAUZE


DE BOOGIE-WOOGIE

Het gezicht van de boogie-woogie wordt bepaald door een piano in plaats van een gitaar met stem. Het is alsof je speelt, met op de achtergrond machinegeluiden.

HOE SPEEL JE IN DE PRAKTIJK EEN BOOGIE-WOOGIE?

1) Je gebruikt het 12 matige schema van de oerblues en je gebruikt de blue note. Maar je moet vooral het gevoel hebben, dat je een machine bent. Speel de boogie-woogie alsof je een stoomtrein bent.

2) Je last af en toe een break in, alsof de trein even stopt (demonstratie Jan)

3) Je gebruikt riffs. Dat zijn herhalingen van tonen, die je zelfs aanhoudt, als je van akkoord wisselt. Regelmatig zijn dit hoge tonen, die je lang aanhoudt middels herhaling, alsof je de stoomtrein hoort fluiten.

4) Af en toe sorteer je met tempo wisselingen, riffs en breaks het effect, alsof de trein even van spoor wisselt of een brug overgaat.

5) Centraal staat een zeer steady linkerhand: de onderhand. Er zijn verschillende onderhanden, maar tijdens het spelen van 1 boogie-woogie moet de onderhand steeds hetzelfde zijn en steady doorgaan, als een machine. Maar let op: IEDERE toon ervan heeft een ANDER accent, want de dynamiek in die onderhand geeft nu juist het onmisbaar RITME.

Jan Krammer speelt een boogie-woogie, eventueel begeleid door mensen uit de zaal.


Luister goed naar het voorbeeld van de volgende CD met:

Pine Top Smith (in 1928): Pinetop's Boogie Woogie.
Pete Johnson (in 1944): Answer to the Boogie.
Albert Ammons (in 1939): Boogie Woogie Stomp.
Meade Lux Lewis (in 1935): Honky Tonk Train Blues.

Let heel goed op hoe zij spelen, want aansluitend ga je weer zelf spelen in deze stijl, al dan niet in tweetallen.


De mensen luisteren gedurende tien minuten aandachtig naar de diverse boogie-woogies om zich voor te bereiden op hun eigen spel.


In de laatste 30 minuten die resteren, zullen we jullie zelf bij toerbeurt laten spelen. Zo kunnen jullie oefenen met het 12 matige boogie-woogie schema, de riffs, de breaks en de steady onderhand. We delen het aantal mensen door het aantal minuten of spelen in tweetallen en laten iedereen onder leiding van Jan oefenen met de boogie-woogie!

(de mensen spelen om beuren een stukje onder supervisie van Jan tot aan het einde van de les, zich verheugende op de workshop oude jazz van volgende week)


Einde van Workshop Oude Jazz - Deel 1.


< Startpagina / Index van de cursus / Naar Workshop Oude Jazz - Deel 2 >